Buurtnet

Dit ontwerp beschrijft het beoogde gebruiksscenario voor het dataproduct Buurtnet, alsmede de achterliggende architectuur en gemaakte keuzes.

Voor alle data-uitwisseling binnen de scope van de Visie Datadelen is expliciet gekozen voor het denken over data in de vorm van dataproducten. Een dataproduct combineert de semantische-, technische- en gebruiksaspecten van data-uitwisseling. Om dit invulling te geven bestaat een dataproduct uit de volgende componenten:

  • dataset: de daadwerkelijke gegevens die worden uitgewisseld. Zie een dataset als een tabel met gegevens, waarbij de kolommen beschrijven wat er op elke rij van de data aan gegevens wordt geleverd. Een dataset voor aansluitingen zal minstens een kolom "Aansluitingsnummer" bevatten, waarbij elke rij in de dataset een aansluiting beschrijft;

  • dataservice: de (technische) manier van verspreiden van de dataset. Dit gaat over hoe de data ontsloten wordt, de onderliggende architectuur en de gebruiksscenario’s;

  • voorwaarden: er kunnen voorwaarden liggen op beschikbaarheid, kwaliteit, classificatie en doelbinding bij gebruik van het dataproduct.

Het dataproduct combineert de dataset en dataservice, verrijkt met voorwaarden voor gebruik.

Reikwijdte

Dit dataproduct verstrekt de informatie voor de volgende gebruikersscenario’s:

  1. Wijkbewoners activeren om hun energie-gebruik en -opwek in balans te brengen op basis van beschikbare data, zodat de MSR (trafostation) niet uitvalt. Door het aanjagen van zelforganisatie en gedragsverandering hopen we piekbelasting te reduceren en spanningsklachten te verminderen waarmee de wachttijd voor wijkgerichte verzwaring wordt overbrugd;

  2. Klanten in kritieke wijken inzicht en handelingsperspectief bieden.

Functionele eisen

Het dataproduct is onderheving aan functionele eisen: wat het dataproduct moet doen.

Table 1. Functionele eisen
Als Rol Wil ik Want

Gebruiker

De belasting van de transformatoren in de MSR in mijn wijk inzien (24 uren historisch, 24 uren geprognotiseerd en actueel)

Dan krijg ik inzicht in de momenten van overbelasting en kan ik mijn gedrag daarop kan aanpassen.

Gebruiker

Meldingen van momenten waarop overbelasting wordt verwacht ontvangen

Dan kan ik mijn gedrag hierop aanpassen en helpen de overbelasting te voorkomen.

Dataservice

Gebruiksscenario

Het volgende gebruiksscenario wordt ondersteund:

Gebruiksscenario
Figure 1. Gebruiksscenario
  1. De gebruiker downloadt de BuurtnetApp;

  2. De gebruiker installeert de BuurtnetApp;

  3. De gebruiker meldt zich aan bij de BuurtnetApp met haar Postcode6;

  4. De netbeheerder levert capaciteit en belasting naar de BuurtnetApp;

  5. De gebruiker vraagt de capaciteit en belasting van haar MSR op;

  6. De gebruiker krijgt de capaciteit en belasting van haar MSR terug;

  7. De gebruiker krijgt een melding over de capaciteit en belasting van haar MSR;

  8. De gebruiker ontvangt capaciteit en belasting van de BuurtnetApp

  9. De gebruiker past haar gedrag aan op basis van de capaciteit en belasting van haar MSR.

Architectuur

Vanuit architectuurperspectief zijn de volgende keuzes gemaakt:

Architectuur
Figure 2. Architectuur
  • de structuur (logisch model) van de dataset behorende bij het dataproduct is gebaseerd op het conceptuele model Begrippenmodel NBNL en het Common Information Model ;

  • aanlevering van de dataset vanuit de netbeheerder geschiedt via Excel-bestand;

  • netbeheerders leveren de dataset aan via een eigen bestandslocatie;

  • het dataproduct Buurtnet App is vindbaar via het NBNL Dataportaal.

Dataset

De dataset beschrijft de capaciteit en belasting van een MSR: 24 uren historisch, 24 uren geprognotiseerd en actueel.

Volume, variety, veracity, velocity

Data kent vier kenmerken:

  • volume: data kent een volume, een hoeveelheid;

  • variety (variëteit): data is te verdelen in gestructureerde en ongestructureerde data. Ongestructureerde data kent geen metamodel;

  • veracity (betrouwbaarheid): de mate waarin de data vertrouwd kan worden voor de toepassing;

  • velocity (snelheid): de frequentie waarmee data verandert.

Type Beschrijving

Volume

Midden, < 300MB (ongecomprimeerd)

Variety

Gestructureerd

Veracity

Midden, de dataset wordt samengesteld uit gegevens voor connectiviteit en aansluitingen. Beiden zijn zeer betrouwbaar, maar de koppeling tussen beiden is minder betrouwbaar

Velocity

Midden, minimaal één maal per 24 uur (zie functionele eisen)

Voorwaarden

Dit dataproduct wordt als open data aangeboden. Dit dataproduct kan op twee verschillende manieren worden geïmplementeerd:

  1. Als gesloten data. Hierbij wordt een aansluiting direct gekoppeld aan een transformator. Hierdoor is er een directe koppeling tussen invoeding en afname van een specifieke aansluiting en de bijdrage die de aansluiting heeft in de belasting van de transformator. Hiervoor wordt de EAN-code van de aansluiting gecommuniceerd in de dataset. De EAN-code is privacygevoelig.

  2. Als open data. Hierbij wordt invoeding en afname geaggregeerd per postcode6 en wordt postcode6 gekoppeld aan een transformator. Hiervoor wordt geen EAN-code gecommuniceerd in de dataset. De gebruiker moet zelf aangeven voor welke postcode6 er capaciteit en belasting gevraagd wordt.

Beslissingen en aannames

Type Beschrijving

Aanname

BuurtnetApp bestaat uit een frontend en een backend. Datasets worden vanuit de backend van de BuurtnetApp opgehaald bij de netbeheerder

Aanname

BuurtnetApp kan onderscheid maken tussen beleidskeuze om trafo boven limiet te belasten versus overbelasting vanuit het ondergelegen net

Beslissing

Er is gekozen voor twee fases. In de eerste fase wordt de data aangeleverd in een Excel-bestand. Voor de tweede fase is er nog niet gekozen voor een integratiepatroon

Beslissing

Er is besloten voor een open dataproduct in fase 1.

Aanname

Er wordt in fase 2 gekozen voor een open dataproduct. Dit houdt in dat er in dit ontwerp geen rekening wordt gehouden met alle faciliteiten die nodig zijn om een gesloten dataproduct te ontsluiten. De impact van een gesloten dataproduct ligt vooral op

a) het inrichten van authenticatie en autorisatie bij elke netbeheerder;

b) beperkt de herbruikbaarheid voor andere toepassingen en

c) legt beperkingen op de gebruikers van het dataproduct.