Netcode Elektriciteit H13
Dit ontwerp beschrijft het beoogde gebruiksscenario voor de dataproducten behorende bij de implementatie van Netcode Elektriciteit Hoofdstuk 13, alsmede de achterliggende architectuur en gemaakte keuzes.
Voor alle data-uitwisseling binnen de scope van de Visie Datadelen is expliciet gekozen voor het denken over data in de vorm van dataproducten. Een dataproduct combineert de semantische-, technische- en gebruiksaspecten van data-uitwisseling. Om dit invulling te geven bestaat een dataproduct uit de volgende componenten:
Het dataproduct combineert de dataset en dataservice, verrijkt met voorwaarden voor gebruik. |
Reikwijdte
Vanuit het kernteam Netdigitalisering is opdracht gegeven voor de start van de eerste fase van de projectopdracht. Een eerste deel focust op het leggen van de definities voor de samenwerking:
-
standaardisering van de attribuutdefinities;
-
opstellen informatiemodellen;
-
identificatie van assets in elkaars net;
-
onderzoeken beschikbaarheid data binnen de organisatie van de DSO en TSO zoals beschreven in Netcode 13.
Het op te leveren product is een informatiemodel ten behoeve van de uitwisseling van structurele asset data tussen de netbeheerders. Deze dient op zo’n manier vorm te zijn gegeven dat zij de basis vormt voor de tweede fase waarin de uitwisseling verder wordt vormgegeven.
Voor de eerste fase is gekozen voor implementatie van artikelen §13.5, §13.6 en §13.7, alsmede ondersteunende artikelen.
Rollen
De dataproducten beschreven in dit ontwerp kennen meerdere stakeholders, elk met een eigen verzameling behoeften en wensen. De Functionele eisen behorend bij elke rol worden in het volgende hoofdstuk beschreven.
Rol | Beschrijving |
---|---|
Landelijke Netbeheerder (LNB) |
Een netbeheerder die is aangewezen voor het beheer van één of meer netten vallend onder het landelijk hoogspanningsnet. |
Regionale Netbeheerder (RNB) |
Een netbeheerder die is aangewezen voor het beheer van één of meer netten, anders dan het landelijk hoogspanningsnet. |
Toezichthouder |
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) is de onafhankelijke toezichthouder binnen de Nederlandse Energiemarkt. |
Functionele eisen
De dataproducten zijn onderheving aan functionele eisen: de informatievraag die de dataproducten en onderliggende oplossing moeten beantwoorden. Daar waar van toepassing zijn functionele eisen gerelateerd aan de Netcode Elektriciteit.
ID | Als Rol | Wil ik | Want | NC13 |
---|---|---|---|---|
1 |
RNB |
Inzicht in alle onderstations in het landelijk hoogspanningsnet |
Ik heb behoefte aan inzicht in de koppeling tussen landelijk en regionaal net. |
§13.5.5 |
2 |
RNB |
Inzicht in alle voor mij relevante koppelpunten met het landelijk hoogspanningsnet |
Ik heb behoefte aan inzicht in de koppeling tussen landelijk en regionaal net. |
§13.5.5 |
3 |
LNB |
Inzicht in de structurele gegevens van elk afzonderlijk station van de RNB dat direct gekoppeld is aan het landelijk hoogspanningsnet |
§13.5.1, §13.5.2 |
|
4 |
LNB |
Inzicht in de structurele gegevens van elk achter een overdrachtspunt van een aansluiting gelegen deelnet van de RNB |
§13.5.3, §13.5.4 |
|
5 |
LNB |
Inzicht in de structurele gegevens van elk achter een overdrachtspunt van een aansluiting gelegen deelnet van elke beheerder van een gesloten distributiesysteem aangesloten op het landelijk hoogspanningsnet |
§13.5.5 |
Dataset
De oplossing voor de implementatie van Netcode H13 bestaat uit het implementeren van meerdere dataproducten voor o.a. connectiviteit, netelementinformatie en de stabiele toestand van het elektriciteitsnet.
Vanuit Netbeheer Nederland is gekozen voor standaardisatie van de data-uitwisseling op basis van het Common Information Model (CIM). Het CIM is een verzameling internationale standaarden die samen een informatiemodel vormen voor het beschrijven van het elektriciteitsnet. Als beginpunt van het beschrijven van de dataproducten is er gekozen voor de Common Grid Model Exchange Standard (CGMES). CGMES is een verzameling profielen (dataproducten) die meerdere gebruiksscenario’s beschrijven, specifiek voor Transmission System Operators (TSO). De CGMES is daarmee een specialisatie van het CIM, maar niet volledig toepasbaar voor het beschrijven van het elektriciteitsnet van de regionale netbeheerder. De in deze oplossing beschreven dataproducten worden om die reden aangevuld vanuit het CIM, daar waar CGMES een functioneel gevraagd gebruiksscenario niet ondersteunt. |
Er zijn vijf verschillende profielen (dataproducten met bijbehorende datasets) nodig om de informatievraag in te vullen:
Profiel | Beschrijving |
---|---|
Eigenschappen van netfuncties, de connectiviteit van het elektriciteitsnet |
|
Operation (OP) |
Operationele meetwaarden, discreet en analoog. Meetwaarden zijn gemeten, berekend of geschat. |
Geo Location (GL) |
Fysieke ligging van assets/netfuncties. |
Steady State Hypothesis (SSH) |
Stabiele toestand van het elektriciteitsnet |
Asset (AS) |
Fysieke eigenschappen van netelementen |
Market (MKT) |
Marktfacilitering binnen EU-markten |
Volume, variety, veracity, velocity
Data kent vier kenmerken:
|
Voor alle vijf de profielen gelden dezelfde kenmerken:
Type | Beschrijving |
---|---|
Volume |
Laag, < 100MB (ongecomprimeerd) |
Variety |
Gestructureerd |
Veracity |
Medium, de gegevens zijn bij elke netbeheerder beschikbaar, maar niet elke netbeheerder heeft een volledig en/of integraal beeld van het huidig en toekomstig elektriciteitsnet. |
Velocity |
Laag, datasets worden per kwartaal uitgewisseld en zijn maximaal drie maanden geldig. |
Dataservice
Gebruiksscenario
Om invulling te geven aan de functionele behoefte worden er profielen (zie Dataset) uitgewisseld tussen verschillende netbeheerders. Elke netbeheerder produceert voor een specifiek profiel één dataset. Deze dataset bevat de gevraagde gegevens voor het dekkingsgebied (en corresponderende netvlak) van de netbeheerder. Het produceren van datasets geschiedt decentraal, elke netbeheerder verstrekt alleen gegevens waar desbetreffende netbeheerder verantwoordelijk voor is.
Er is één uitzondering op het decentrale aspect van de profielen; gedeelde netfuncties. Het elektriciteitsnet bestaat uit een hiërarchie van netfuncties, waarbij regionele netbeheerders (RNB) aansluiten op de door de landelijke netbeheerder (LNB) beheerde netfuncties. In beginsel betreft dit:
-
onderstations (150 kV → 50 kV)
-
koppelpunten tussen LNB & RNB en beheerders van gesloten distributiesystemen.
Het volgende gebruiksscenario wordt ondersteund:
-
de LNB verzamelt intern de gegevens voor de gevraagde datasets (zie Dataset)
-
de LNB levert de datasets behorende bij de profielen aan de RNBs. De dataset met connectiviteitgegevens (Equipment Profile) voor het hoogspanningsnet bevat de koppelpunten met de RNBs;
-
de RNB ontvangt en verwerkt de koppelpunten als beginpunt van de eigen datasets. Er wordt gerefereerd naar koppelpunten in het Equipment Profile van de LNB, van waaruit de profielen door elke RNB voor haar dekkingsgebied verder worden ingevuld;
-
de RNB levert de profielen aan de LNB voor verdere verwerking door de LNB;
-
de RNB levert de profielen aan de andere RNBs voor verdere verwerking door de RNBs.
Om bovenstaande gebruiksscenario te ondersteunen dient elke netbeheerder een aantal processen te implementeren, beschreven onder Architectuur.
Kwaliteitseisen
Kwaliteitseisen (non functionals) beschrijven wat een oplossing moet zijn. Voor dit ontwerp wordt de categorisering vanuit ISO/IEC 25010 aangehouden, waar van toepassing.
Categorie | Beschrijving | Kwaliteitseisen |
---|---|---|
Prestaties |
Snel en efficiënt functioneren, met minimale laadtijden en schaalbaar |
|
Overdraagbaarheid |
Eenvoudig te verplaatsen of te migreren naar een andere omgeving |
|
Gebruiksvriendelijkheid |
Intuïtief en makkelijk te gebruiken voor de eindgebruiker |
|
Betrouwbaarheid |
Stabiel en foutbestendig, met een hoge beschikbaarheid |
|
Beveiliging |
Bescherming bieden tegen ongeautoriseerde toegang en datalekken |
|
Onderhoudbaarheid |
Eenvoudig aanpasbaar en uitbreidbaar zijn |
|
Voorwaarden
De vijf profielen (zie Dataset) worden als open data aangeboden, onder de Grondslag Wettelijke Verplichting.
Architectuur
De oplossing wordt beschreven over de as van twee perspectieven: het produceren van de profielen (Build) en het uitwisselen van de profielen (Run). Beide perspectieven worden gestructureerd op basis van het bedrijfsprocesmodel van NBility en waar nodig aangevuld. De bedrijfsprocessen zijn wat een netbeheerder implementeert binnen de eigen organisatie om tot een duurzame ontsluiting van de dataproducten te komen. Daarnaast vormen de bedrijfsprocessen de basis van de features geïmplementeerd door elke netbeheerder.
De architectuur zelf is abstract; elke netbeheerder wordt geacht een eigen, passende invulling te geven aan de bedrijfsprocessen zoals beschreven in dit ontwerp. Voorkeur ligt op het hergebruiken van bestaande bedrijfsprocessen binnen de netbeheerder.
Voor de architectuur van de oplossing wordt gebruik gemaakt van meerdere perspectieven beschreven in het NBility model. |
De Doelarchitectuur Datadelen wordt als basis gebruikt voor de uitwerking van de oplossing. Profielen (zie Dataset) zoals beschreven in dit ontwerp worden als dataproduct beschreven en uitgewisseld. |
Beschikbaar stellen van netbeheerdata (Build)
Elke netbeheerder is zowel producent als consument van de profielen. Daarmee moet de netbeheerder in staat zijn om profielen te produceren onder de velocity die past bij het corresponderende profiel (zie Volume, variety, veracity, velocity). Om dit te faciliteren implementeert de netbeheerder onderstaande bedrijfsprocessen en bedrijfsfuncties om de profielen gereed te maken voor uitwisseling (zie Beschikbaar stellen van netbeheerdata (Run)).
Primaire actoren zijn de netbeheerder voor het beschikbaar stellen van de profielen en Team Semantiek (Netbeheer Nederland) voor het beheer van de informatiemodellen behorende bij de profielen.
Type | Naam | Beschrijving |
---|---|---|
Bedrijfsproces |
Vindbaar maken dataproduct |
Onder de Doelarchitectuur Datadelen is elk profiel FAIR (Findable, Accessible, Interoperable, Reusable), waarbij dit proces het profiel vindbaar maakt. Vindbaar maken bestaat uit het registeren van het profiel in de Data Product Catalog, samen met het publiceren van de locatie van de dataset. |
Bedrijfsproces |
In behandeling nemen dataproductverzoek |
Bij implementatie of aanpassen van een profiel dient er aangesloten te worden op het voortbrengingsproces van de netbeheerder. Dit proces faciliteert prioritering van implementatie van het profiel. |
Bedrijfsproces |
Overeenkomen dataproduct |
Definitie, refinement en uitvoering van de werkzaamheden om (aanpassingen in) het profiel te realiseren. Werkzaamheden vinden primair plaats in de dataintegratieomgeving van de netbeheerder. Werkzaamheden uitvoerd in dit proces vinden hun uiting in de Netbeheerderdataverstrekking. |
Bedrijfsfunctie |
Master Data Management |
Opzetten, verbeteren en instandhouden van Master Data Management (MDM) binnen de netbeheerder. Dit omvat beleid, proces en procedure rondom het consistent en (waar nodig) persistent omgaan met identifiers. |
Beschikbaar stellen van netbeheerdata (Run)
Het uitwisselen van profielen bestaat uit het technisch ontsluiten van de dataservices en datasets, toegangsbeheer, datakwaliteit, afhandelen van vragen en het aannemen van -en communiceren over- functionele eisen.
Type | Naam | Beschrijving |
---|---|---|
Bedrijfsproces |
Authenticatie en autorisatie |
Authenticeren en autoriseren van toegang tot profielen. Dit betreft de technische middelen om toegang te beveiligen, alsmede het beheren van de identiteit van netbeheerders via een Identity Access Management-oplossing. |
Bedrijfsproces |
Leveren dataproduct |
Het (geautomatiseerd) beschikbaar stellen van de dataset voor profielen, via de corresponderende dataservice. |
Bedrijfsfunctie |
Datakwaliteit borgen |
Het controleren en corrigeren van datakwaliteit van de profielen. Dit omhelst (geautomatiseerde) controle van de datasets tot beleid, proces en procedure voor correctie van datasets. |
Bedrijfsproces |
Behandelen vraag over dataproduct |
Vragen van afnemers van de profielen beantwoorden. Dit kan gaan om inhoudelijke vragen over gebruik van de profielen, maar ook datakwaliteitgerelateerde zaken. Interactie wordt vastgelegd als Algemene klantzaak in de Customer Management-oplossing van de netbeheerder. |
Bedrijfsproces |
Vaststellen functionele eisen |
Sommige vragen leveren nieuwe functionele eisen op voor profielen. Dit proces handelt implementatievragen af vanuit Netbeheer Nederland en faciliteert het consolideren van implementatievragen van andere netbeheerders, indien niet direct bij Netbeheer Nederland belegd. |
Beslissingen en aannames
Type | Beschrijving |
---|---|
Beslissing |
Voor de gegevensuitwisseling tussen netbeheerders wordt gekozen voor een invulling op basis van NBility waardestroom P.H Beschikbaar stellen van netbeheerdata. Deze waardestoom voorziet in het uitwisselen van dataproducten tussen netbeheerders en derden, en bevat meer dan nodig voor uitwisseling tussen netbeheerders. Voor dit ontwerp zijn alleen de datasets en dataservices nodig om de oplossing te realiseren. Echter, met het oog op hergebruik wordt al voorgesorteerd op het kunnen uitwisselen van de dataproducten met derden. |
Beslissing |
Use cases worden incrementeel opgesteld, waarbij het ontwerp bij nieuwe use cases wordt aangepast. Dit houdt in dat er over de tijd meer NBility waardestromen in scope worden gebracht. |
Beslissing |
Voor het beschrijven van de dataproducten wordt CGMES gebruikt, aangevuld vanuit het CIM. |
Aanname |
CGMES-interop is geen doel van de oplossing, door de uitbreiding nodig voor de regionale netbeheerder kan interoperabiliteit met CGMES niet gerealiseerd worden. |
Aanname |
Minstens één landelijke en één regionale netbeheerder is als producent en consument van de profielen beschikbaar om kwaliteit en toepasbaarheid te testen. |
Aanname |
Profielen worden als open data aangeboden. Profielen zijn zuiver netbeheerderdata en daarmee onderhevig aan de Visie Datadelen. |
Aanname |
Netbeheerders factureren niet onderling voor het uitwisselen van de profielen. |
Aanname |
Elke netbeheerder implementeert de architectuur op basis van eigen middelen en invulling. Het ontkoppelpunt tussen netbeheerders zijn de profielen/dataproducten die uitgewisseld worden. |
Aanname |
Elke netbeheerder publiceert via de eigen dataintegratieomgeving/maatwerkproces decentraal de profielen. TODO: is er een wens om te centraliseren, b.v. via de landelijke netbeheerder of EDSN? |
Aanname |
Technische architectuur (integratiepatroon, dataplatform, etc.) worden op een later moment uitgewerkt nadat business analyse de correctheid van Volume, variety, veracity, velocity bevestigt. |
Aanname |
Netbeheerders maken gebruik van decentrale IAM-oplossingen, er wordt geen gefedereerde IAM-oplossing ingezet. |
Aanname |
De NBNL Data Catalog is beschikbaar. |
Aanname |
Datasets worden per kwartaal geleverd en zijn maximaal 3 maanden geldig. |
Beslissing |
Er wordt afgeweken van de in NBility beschreven waardestromen: Overeenkomen dataproduct wordt gebruikt om dataproducten te realiseren. NBility definieert een complete waardestroom voor het realiseren van nieuwe producten, wat significant meerwerk in scope brengt voor dit ontwerp. Implementerende netbeheerders worden geadviseerd naar waardestroom I.B Veranderen bedrijfsinrichting te kijken voor implementatie van een voortbrengingsproces. |
Aanname |
Gedurende implementatie van het ontwerp door Werkgroep TSO/DSO is de werkgroep eigenaar van de te implementeren profielen. TODO: wie is na implementatie eigenaar van de profielen? |